Blog 21: de Bahama’s

maart 24, 2020 Uit Door Johan

Eindelijk weer ‘ns een blog. Nu we hier toch een beetje vast zitten hebben we daar eigenlijk ook wel de tijd voor.

We zijn inmiddels een heel eind gevorderd sinds onze laatste blog. We hebben de Carieb achter ons gelaten en zijn inmiddels via St. Maarten, de Britse Maagden Eilanden (BVI’s) en de Dominicaanse Republiek op de Bahama’s beland. Ik laat eerst wat highlights van onze reis en de eilanden de revue passeren en zal ook nog even ingaan op de corona-pandemi en wat dat betekent voor de rest van onze reis.

Onze laatste blog was zo’n beetje vanaf Martinique. Vanaf dat eiland zijn we overgestoken naar Dominica. Tussen de eilanden zijn het eigenlijk allemaal leuke dagtochten en doorgaans bezeild (dat je het zonder overstag te hoeven gaan kan doen) en is dus echt een feestje met meestal voldoende wind en meestal een zonnetje erbij.

Dominica is duidelijk een wat armer eiland. Het is er verschrikkelijk mooi, groen met heel veel tropisch regenwoud. We hebben een tourtje over het eiland gedaan waarbij we nog een bevolkingsgroep hebben bezocht die afstammen van de inheemse bewoners. Erg indrukwekkend en de emerald spring. Een prachtig koel watertje en waterval. Wat ons daar (maar ook in Suriname en de overige eilanden is dat de Chinezen werkelijk overal zijn. Allereerst natuurlijk de ‘Chinese Winkels’ dat zijn enorme winkels  waar ze zo’n beetje alles hebben wat je maar kan bedenken een soort Ali Baba maar dan offline. Van keukenspullen tot tuingereedschap tot Electronica. Werkelijk: alles. Maar hier op Dominica zien we ook dat China de financiering doet van de herstelwerkzaamheden van de orkaan Irma die daar in 2017 heeft huisgehouden. De littekens zijn nog goed te zien. Palmbomen waarvan alleen nog de stam staat en de toppen helemaal zijn weggeblazen, bruggen die weg zijn en heel veel huizen die na de orkaan niet meer zijn herbouwd. Op borden langs de weg zien we dat de herstelwerkzaamheden door China worden gefinancierd. Maar we zien ook bij bepaalde bruggen complete containerdorpen staan met Chinezen die de werkzaamheden uitvoeren. Ik wist dat China in Afrika grote infrastructurele projecten financierde maar dat gebeurt dus ook in de Carieb en Suriname.

Na een aantal dagen Dominica verruilen we dat eiland voor Guadeloupe. Net als Martinique is dat gewoon Frankrijk. Waar we ons op Martinique prima vermaakt hebben, vonden we dit eiland wat minder prettig. Niet heel veel te zien en de hoofdstad Pointe-a-Pitre is rommelig en niet erg aantrekkelijk. We hebben een aantal dagen aan de westkant bij Basse-Terre gelegen en zijn vervolgens verder gegaan naar Antigua. Dit is (samen met St. Maarten) één van de plekken waar de superrijken zich verzamelen. Wat een mega jachten liggen hier. Echt giga. Ook een paar prachtige zeilboten zien liggen. We hebben een autootje gehuurd om het eiland over te crossen, maar eigenlijk is hier afgezien van de English Harbour (wereld erfgoed) weinig te zien. English Harbour is een goed bewaarde oud nederzetting (18eeeuw) van de Engelsen. Prachtig maar ook redelijk exclusief allemaal. We hebben nog wel Shirley Heights bezocht. Vanuit dat punt heb je een prachtig uitzicht op de natuurlijke baaien van deze locatie. Tijdens onze overtocht van Suriname was de stuurautomaat kapot gegaan. Na demontage heb ik het onderdeel dat kapot was een beetje op de gok op laten sturen naar Antigua. Op de gok omdat ik èn niet zeker wist of het het goede onderdeel was (kon geen part-nummers meer vinden) en ook niet of het uberhaupt aan zou komen Je laat die dingen dan afleveren bij een Marina in de hoop dat ze daar netjes op je pakje letten. Maar gelukkig, onderdeel lag klaar en na een paar uur inbouwen en terugmonteren hebben we weer een werkende stuurautomaat. Dat is erg fijn want dan hebben we naast de windvaan nog een manier om niet met de hand te hoeven sturen (dat is namelijk echt niet te doen op langere stukken)

Vervolgens vertrokken naar de westkant van Antigua, Joly Harbour. Voor het eerst weer een plek waar het niet zo diep is. Normaal gesproken rijzen de eilanden heel scherp uit het water omhoog. Vlak voordat je wil ankeren is het nog honderden meters diep. Dat maakt de strook waar je op kan ankeren ook vrij beperkt en steil. Niet ideaal. Maar bij Jolly Harbour varen we continue op dieptes van 6-3 meter. Een beetje wat je gewend bent op het IJsselmeer, maar hier voelt dat in eens heel eng. Het ankeren is een klein feestje op deze zandbodem met prachtig blauw water. Jollly Harbour hebben we gebruikt om weer even wat groots in te slaan omdat de voorraden een beetje opraakten. Overigens maakten we ons van te voren wat zorgen over de verkrijgbbaarheid van Nespresso Cups aan deze kant van de Oceaan, maar ook dat blijkt gelukkig erg mee te vallen

Vanuit Antigua koers gezet naar St. Eustaties. Dat is dus gewoon Nederland. Weliswaar als ‘bijzondere’gemeente. Het was erg grappig om weer even terug in Nederland te zijn. Het was wel weer een eiland waar je dan moet in- en uitklaren.

Dat dan weer wel. We hebben ook nog naar het iets verder gelegen Saba gezeild. Waar St. Eustatius al redelijk ‘onherbergzaam’ is, geldt dat voor Saba helemaal. Het is echt allen een rots die steil uit de zee omhoog steekt. Ankeren is er niet mogelijk maar er zijn gelukkig wel goede moorings neergelegd. Het geheel maakte nogal een woeste en unheimische indruk. Het kan ook aan het weer liggen, dat nogal slecht was. We hebben ervoor gekozen om hier niet aan land te gaan. Ook omdat er nogal veel golven stonden voor onze kleine dingy en het nogal een eind varen was naar de haven.

De dag erna een heerlijke halfwinds zeiltochtje naar St. Maarten. Puur genieten. St. Maarten kende ik nog van 5 jaar geleden toen we aan de Heineken Regatta deelnamen. We hadden besloten om in de baai te gaan liggen en moesten dus even wachten tot de welbekende blauwe Simpson Bay Bridge zou openen. Dat is echt ontzettend lang geleden dat we hebbben moeten wachten voor een brug of sluis. Wel weer even wennen.

St. Maarten was echt weer een feestje. We hebben veel bekenden ontmoet (zeilers en niet zeilers) heerlijk geborreld en gegeten en ook nog eens de boot weer helemaal volgeladen voor de volgende stukken. Het plan was namelijk om vanaf St. Maarten een flink eind richting het westen te gaan omdat er richting NY nog best wel wat mijlen weggetikt moeten worden. In St. Maarten hebben we ook onze AIS (apparaat dat aan de boten om je heen je positie doorgeeft en waarmee je ook andere boten al op je navigatie-plotter kan zien voordat je ze met het oog kan waarnemen) weer opgehaald. Deze had de geest gegeven en hebben we ongeveer drie weken daarvoor op Martinique ingeleverd bij een Dealer. Via Frankrijk is ie dus vervolgens weer naar St. Maarten verstuurd en ook in dit geval is dat goed gegaan. Inbouwen was een fluitje van een cent en we zijn nu weer goed zichtbaar. Dat was voor de korte stukken die we overdag voeren niet zo’n probleem, maar voor de meerdaagse tochten vinden we het prettig om deze weer aan boord te hebben.

Het plan is om vanaf hier een aantal meerdaagse tochten koers te zetten naar de Bahama’s. Vanuit St. Maarten zeilen we eerst naar de Britse Maagden Eilanden. En na een paar dagen daar vertoeft te hebben zeilen we (langs Puerto Rico) naar de Dominicaanse Republiek. We wilden eigenlijk verder maar de wind zou wat meer worden en dat zou weer leiden tot onaangenaam hoge golven (ca 4 meter). Downwind gaat dat allemaal nog wel, maar dit zou half/aan de wind zijn en dan wordt het een beetje gebeuk. Dus eigenlijk noodgedwongen koers gezet naar Samana op de Dominicaanse Republiek. En wat een fijne verrassing was dat. Hele vriendelijke mensen en nog echt een beetje een authentiek eiland. We hebben de paar dagen gebruikt om walvissen te spotten en prachtige mangroves te bezoeken.

Prachtig eiland en echt een aanrader. Vanuit de Dominicaanse Republiek dan eindelijk koers gezet naar de Bahama’s. Ook dat was weer twee dagen zeilen. Net voordat we buiten het bereik van de GSM-masten zijn, bereikt ons het bericht dat Amerika z’n grenzen dichtgooit voor Europeanen. Langzamerhand wordt alles wel redelijk serieus en heftig realiseren we ons.

We komen vrijdagavond aan op Great Inagua Island op  de Bahama’s. We besluiten om eerst even lekker voor anker te gaan en bij te slapen en de volgende dag naar de kant te gaan om in te klaren en simkaarten te regelen. Dat inklaren lukt wel (zelfs op Zaterdag) de kosten zijn met $ 300,- wel verreweg het duurste dat we hebben meegemaakt, maar daar zit dan wel weer een gratis visvergunning bij. Omdat we met precies één (!) dollar zijn aangekomen, rijdt de immigratie-official ons naar de bankautomaat toe. Helaas blijkt die geen mastercard te accepteren en moeten we tot maandag wachten, tot de bank weer opengaat. We weten niet of dit eiland representatief is voor alle eilanden op Bahama’s maar iedereen (en dat zijn er ongeveer 1000) is hier verschrikkelijk aardig. Liften hoeft niet, want als je langs de straat (inderdaad DE straat) loopt stoppen ze met de vvraag of je mee wilt rijden. De dame die simkaarten verkocht gaf ons de kaarten onbetaald mee met de opmerking: kom dan maandag nog maar even betalen (in het Engels dan natuurlijk, hè) Heerlijk om op een plek te komen waar dat gewoon nog kan.

Omdat hier niet gek veel te doen is zijn we maandag middag (na alles afgehandeld te hebbben) weer verder gevaren naar Crooked Island. Een tochtje van 130 Nm waar we de volgende ochtend aan kwamen. Ook hier weer: prachtige ankergrond en ongelofelijk blauw water. En weer van die ontzettend aardige mensen. We liggen hier nu in afwachting toch van de verdere ontwikkelingen een beetje te wachten.

Ruwweg zien we twee opties voor ons

Optie 1: ‘gewoon’ onze reis vervolgen naar de VS. Zoals de situatie er nu voorstaat zouden we nog steeds naar binnen mogen omdat we de afgelopen maanden niet in een Schengenland zijn geweest. De vraag is: willen we dat nog steeds en is het de extra mijlen waard. Veel hangt ook af van het feit of onze opstappers en kinderen nog naar NY mogen. De inreisbeperking loopt tot 14 april. Terwijl zij rond de 25e invliegen. Verlenging is echter zeer waarschijnlijk.

Optie 2: vanuit de Bahama’s met z’n tweeën direct naar de Azoren zeilen. De Azoren zijn met de nodige randvoorwaarden en beperkingen nog steeds te bezeilen. In dit scenario zouden we nog tot eind april / begin mei hier verblijven. Dat is goed te doen en zeker geen straf. Vanuit de Azoren zouden we dan vervolgens naar NL kunnen varen.

Wat alles lastig maakt is dat we geen idee hebben hoe alles zich ontwikkeld over een paar maanden. Verder kan de situatie tijdens een overtocht van een paar weken ook weer veranderen.

Is allemaal lastig, maar dat geldt voor iedereen in Nederland natuurlijk ook

Nog ff wat losse dingetjes die ik kwijt wil:

  • Ten opzichte van ons meest Zuidelijke punt (Waterland, Suriname) zijn we inmiddels al weer een flink eind opgeschoten richting het Noorden. Waterland lag op de 5e breedte graad waarbij we ons inmiddels alweer ruim op de 22e
  • Klein voordeel hiervan is dat het inmiddels niet meer zo heel benauwd is en de temperatuur ’s nachts redelijk afkoelt. Is eigenlijk best wel prettig.
  • Ook de dagen worden nu weer iets langer dan de nachten. Het scheelt weliswaar maar een paar minuten, maar loopt hard op.
  • Tijdens het wachtlopen ’s nachts heb je vaak meer dan voldoende tijd om om je heen te kijken. Wat me nooit eerder was opgevallen dat de maan-sikkel hier aan de onder- en bovenkant van de maan zit, terwijl die bij ons meer aan de zijkant zit
  • Omdat we heul veul tijd over hebben zitten we vaak samen wat geripte DVD’s te bekijken. We beleven erg veel plezier aan de oude series Oud Geld, Hertenkamp en TV7.
  • Tijdens de langere overtochten hebben we vaak wat gedownloade podcasts opstaan. Ook lukt het tot nu toe om bij te blijven met de afleveringen van Spijkers met Koppen. In Nederland luisterden we dat eigenlijk iedere Zaterdag (of gingen naar de live-opnames toe). Is wel fijn om dat nog mee te krijgen
  • We downloaden iedere dag ons krantje en blijven dus goed op de hoogte van alles wat zich in NL afspeelt
  • Mede dankzij de opstappers voor de tocht over de Atlantic naar Suriname hebben we nu nog voldoende Good Noodles om alleen daarop (dus zonder extra proviand) de tocht terug naar huis te kunnen maken.